Artikel 1
De notulen van de gemeenteraad van de zitting van 4 november 2020 worden goedgekeurd.
Artikel 1
Het gemeenteraadsbesluit van 4 december 2019 houdende goedkeuring verordening beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de verordening beperkte geldigheidsduur conformiteitsattest goed als volgt. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.
VERORDENING BEPERKTE GELIDHEIDSDUUR CONFORMITEITSATTEST |
Artikel 1
De geldigheidsduur van het conformiteitsattest dat wordt afgeleverd vanaf de inwerkingtreding van deze verordening wordt beperkt tot minder dan tien jaar in volgende specifieke situaties:
- Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat bij een woning of kamer in minstens één woonlokaal of badkamer algemeen nog enkel glas aanwezig is, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot 31 december 2022.
- Indien uit het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek blijkt dat een woning of kamer vijf of meer gebreken vertoont uit categorie I, dan wordt de geldigheidsduur beperkt tot vijf jaar.
Artikel 2
De kostprijs van het conformiteitsattest is vastgelegd in het gemeentelijk retributiereglement op dossiers inzake ruimtelijke ordening en omgeving.
Artikel 1
Volgende straten worden afgesloten op zondag, met uitzondering van de dagen dat het geen chiro is, tussen 14.00 en 17.00 uur:
- Anemoonstraat, vlak na de grote parking komende van Geraniumstraat
- Zonnebloemstraat, vlak na de laatste parkeerplaats komende van Beilen
Artikel 2
Op bovenstaande tijdstippen worden nadars voorzien van verkeersbord C3 en onderbord 'uitgezonderd fietsers' geplaatst te:
- Anemoonstraat, vlak na de grote parking komende van Geraniumstraat
- Zonnebloemstraat, vlak na de laatste parkeerplaats, komende van Beilen
Op bovenstaande tijdstippen wordt verkeersbord F45c geplaatst:
- vlak na het kruispunt Anemoonstraat met Geraniumstraat
- vlak na het kruispunt Zonnebloemstraat met Hoefijzer
Artikel 3
Chiro Achter-Olen zorgt telkens voor de plaatsing en de verwijdering van de signalisatie.
Artikel 1
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 november 2020 houdende goedkeuring samenwerkingsovereenkomst en aanduiding vertegenwoordiger van het lokaal bestuur in de projectgroep “FTC Teunenberg" voor het triage- en afnamecentrum "FTC Teunenberg".
Annelies Horemans Lisette Boeckx Dag Pas Henk Vleugels Gert Dierckx Elke Tweepenninckx Steve Janssens Jef Peeters Riet Smits An Peeters Ellen Deswert Mario Verhaert Willy Maes Marc Verhulst Sander Verboven Mil Haemhouts Kris Gebruers Jeroen Peeters Joeri Janssens Jan Verbist Michel De Maeyer Chris Bakelants Seppe Bouquillon Jan Verhaert Annelies Horemans Lisette Boeckx Dag Pas Henk Vleugels Gert Dierckx Elke Tweepenninckx Steve Janssens Jef Peeters Riet Smits An Peeters Ellen Deswert Mario Verhaert Willy Maes Marc Verhulst Sander Verboven Mil Haemhouts Kris Gebruers Joeri Janssens Jan Verbist Michel De Maeyer Chris Bakelants Seppe Bouquillon Jan Verhaert Kris Gebruers Ellen Deswert Gert Dierckx Lisette Boeckx Seppe Bouquillon Chris Bakelants Sander Verboven Jan Verbist Henk Vleugels Elke Tweepenninckx Michel De Maeyer Joeri Janssens Marc Verhulst Riet Smits Steve Janssens Mil Haemhouts Jan Verhaert Mario Verhaert Annelies Horemans Willy Maes Dag Pas An Peeters Jef Peeters aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 6 Goedgekeurd
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de overeenkomst met Fluvius voor het vernieuwen van de verwarmingsinstallatie van het gemeentehuis goed. De totale kostprijs inclusief btw bedraagt 130.030,50 euro.
Artikel 1
De gemeenteraad besluit artikel 2 uit het reglement houdende erkenning van jeugd-, sport- en socio-culturele verenigingen en vierdepijlerinitiatieven als volgt aan te passen:
Artikel 2 - Erkenningsvoorwaarden
§1. Om als jeugd-, sport- of socio-culturele vereniging of vierderpijlerinitiatief erkend te worden, moet de vereniging voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:
- Het moet een open vereniging zijn waarvan iedereen lid kan worden.
- De vereniging voert de Nederlandse taal binnen haar werking en communicatie.
- De vereniging is opgericht als feitelijke vereniging of vzw en mag bijgevolg geen beroeps- of handelsdoeleinden hebben.
- De vereniging ontplooit haar werking hoofdzakelijk op het grondgebied van de gemeente Olen.
- De vereniging heeft een autonoom bestuur, dat minstens bestaat uit drie personen die verantwoordelijk zijn voor de werking en het beheer van de vereniging.
- De vereniging heeft een zichtrekening die bestemd is voor de inkomsten en uitgaven van de vereniging.
- De vereniging heeft ter bescherming van haar aangesloten leden een verzekeringspolis burgerrechtelijke aansprakelijkheid of de leden zijn verzekerd via een federatie.
- De vereniging heeft minstens twaalf actieve leden waarvan één derde in Olen woont. Hiervan kan afgeweken worden als de vereniging een specifiek aanbod heeft of een bovenregionaal karakter omdat er geen vergelijkbare vereniging actief is in de ons omliggende gemeenten.
- De vereniging kan een actieve werking van een jaar aantonen waarin minstens acht activerende of dienstverlenende activiteiten hebben plaatsgevonden.
Om erkend te worden als jeugdvereniging, moet ook voldaan worden aan de volgende bijkomende voorwaarden:
- De zogenaamde bestuursleden van jeugdverenigingen zijn niet ouder dan 35 jaar.
- De leden van jeugdverenigingen zijn niet ouder dan 30 jaar.
- De vereniging moet onafhankelijk van een eventuele (overkoepelende) volwassenenvereniging werken en een aparte boekhouding hebben.
§2. Verenigingen die nog niet voldoen aan deze erkenningsvoorwaarden, kunnen een startsubsidie aanvragen indien zij minstens drie maanden actief zijn.
Artikel 1
De gemeenteraad heft de volgende besluiten op:
- gemeenteraadsbesluit van 8 januari 2014 houdende goedkeuring reglement houdende de subsidiëring van de infrastructuur van jeugdverenigingen, zoals gewijzigd
- gemeenteraadsbesluit van 6 december 2017 houdende goedkeuring subsidiereglement voor duurzame infrastructuurwerken door verenigingen
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het subsidiereglement infrastructuursubsidies goed als volgt.
SUBSIDIEREGLEMENT INFRASTRUCTUURSUBSIDIES |
Deel 1 – Algemene bepalingen
Artikel 1 - Toepassingsgebied
§1. Dit reglement regelt de subsidiëring van de Olense verenigingen die erkend zijn conform het reglement houdende de erkenning van Olense jeugd-, sport- en socio-culturele verenigingen en vierdepijlerinitiatieven zoals goedgekeurd door de gemeenteraad of van de Olense verenigingen die nominatief gesubsidieerd worden en die op één van volgende manieren werk willen maken van hun infrastructuur:
- door te investeren:
▪ in de aankoop van een perceel grond of van een bestaande onroerende constructie
▪ in bouwen, verbouwen, herbouwen of het inrichten van een terrein
- door bijkomende duurzame infrastructuurwerken
§2. De subsidies worden toegekend aan de vereniging zelf of aan een vereniging met rechtspersoonlijkheid die instaat voor de bouwwerken (bijvoorbeeld een vzw).
§3. Het onroerend goed dient in hoofdzaak te worden gebruikt of uitgebaat voor de werking van de vereniging en gelegen te zijn op het grondgebied van de gemeente Olen.
§4. De subsidies in het kader van dit reglement zijn cumuleerbaar met elkaar en met de renteloze lening die het lokaal bestuur voorziet.
§5. Het uitvoeren van de werken mag ook door een andere instantie of overheid gesubsidieerd worden zolang dit toegestaan is binnen de subsidiereglementen van deze instanties of overheden.
Artikel 2 - Aanvraag en uitbetaling
§1. De aanvraag gebeurt schriftelijk op het daartoe voorziene aanvraagformulier. Dit formulier wordt met de gevraagde bijlagen bezorgd aan team Vrije Tijd van het lokaal bestuur. De aanvraagtermijn is afhankelijk van de aard van de aangevraagde subsidie.
§2. De behandeltermijn is afhankelijk van de aard van de aangevraagde subsidie.
§3. De subsidieaanvraag wordt ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen voorgelegd. Als de aanvraag voldoet aan alle voorwaarden, krijgt de vereniging een principiële goedkeuring met een raming van het toegekende subsidiebedrag op basis van de aanvraag.
§4. Wanneer de voorziene kredieten ontoereikend zijn om aan alle aanvragen tegemoet te komen, worden deze voorzien bij de eerstvolgende wijziging van het meerjarenplan.
Artikel 3 - Vertraging of stopzetting van het project
§1. Ingeval het project vertraging kent, stelt de vereniging het lokaal bestuur hiervan binnen een termijn van acht kalenderdagen in kennis.
§2. Ingeval het project wordt stopgezet, stelt de vereniging het lokaal bestuur hiervan in kennis binnen een termijn van acht kalenderdagen en wordt de subsidie binnen de maand na deze kennisgeving teruggestort. Ingeval de subsidie nog niet betaald werd, is het lokaal bestuur niet langer gehouden dit te doen.
§3. De eventuele reeds gemaakte kosten zoals notariële kosten, kosten van schatting, vergoedingen wegens niet-nakoming van verbintenissen, enzovoort vallen in het geval van stopzetting volledig ten laste van de vereniging. De vereniging kan op geen enkele manier enige schadevergoeding vorderen van het lokaal bestuur.
§4. Wanneer het lokaal bestuur vaststelt dat de werken niet starten of geen voortgang kennen, stuurt het lokaal bestuur een ingebrekestelling aan de vereniging en dienen bij gebreke aan verantwoording de reeds uitbetaalde subsidies op eerste verzoek teruggestort te worden.
Artikel 4 - Controle
§1. De vereniging verbindt zich er toe de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de financiering van de uitgaven zoals beschreven in het aanvraagdossier.
§2. Het lokaal bestuur heeft recht op informatie en financiële controle over de begroting en rekening van de aanvrager. Het lokaal bestuur kan te allen tijde de aanwending van de subsidies ter plaatse controleren. De vereniging moet te allen tijde de technische en financiële controle van het lokaal bestuur en zijn aangestelden op de werken toelaten.
§3. De vereniging verbindt zich ertoe om de bewijsstukken van de aanwending van de subsidie voor te leggen op eerste verzoek van het lokaal bestuur.
§4. Elke aanwending van de subsidie die in strijd is met onderhavig reglement of met het onderwerp van de subsidieaanvraag heeft van rechtswege de onmiddellijke terugvordering van de reeds uitbetaalde subsidie of een deel daarvan tot gevolg.
Deel 2 - Investeringssubsidies
Artikel 5 - Subsidiebedrag
§1. De subsidie bedraagt 75% van de geraamde kosten met een maximum van 100.000 euro.
§2. De som van de toegekende subsidie(s) per vereniging mag over een periode van vier jaar het maximumbedrag van 100.000 euro niet overschrijden.
Hoofdstuk 2 A – De aankoop van een perceel grond of van een bestaande onroerende constructie
Artikel 6 - Voorwaarden
De vereniging heeft een schriftelijk bewijs (compromis of aankoop/verkoopbelofte) van de eigenaar of makelaar dat het perceel grond of het pand zal worden aangekocht door de vereniging en kan alle bewijsstukken voorleggen zoals voorgeschreven onder artikel 9 van dit reglement.
Artikel 7 - Financiële ondersteuning
Volgende uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring:
- de aankoopprijs en aankoopkosten (ook schattings- en dossierkosten bij lening), inclusief btw
- de kosten die gepaard gaan met het verlijden van de nodige notariële aktes en alle aktes die betrekking hebben op het aangaan van een eventueel krediet, inclusief btw
Artikel 8 - Aanvraagtermijn
De subsidie wordt ten laatste twee maanden voor de aankoopdatum aangevraagd.
Artikel 9 - Bewijsstukken
Bij het aanvraagformulier worden volgende bijlagen toegevoegd:
- het compromis of de aankoop/verkoopbelofte met betrekking tot de aankoop
- ingeval er een krediet wordt aangegaan de bevestiging van de bank dat de gelden ter beschikking worden gesteld
- een stedenbouwkundig attest dat garanties geeft dat het beoogde gebruik mogelijk is
- een bodemattest dat duidelijk maakt dat de grond niet verontreinigd is
- een schatting van een expert onroerende goederen
- indien noodzakelijk een omgevingsvergunning
- een toekomstplan van de vereniging dat de aankoop motiveert in functie van de werking van de vereniging
Artikel 10 - Behandeltermijn
§1. Het lokaal bestuur beschikt over een termijn van een maand om te beslissen of de subsidie kan worden toegekend aan de vereniging dan wel om eventuele bijkomende stukken op te vragen.
§2. De subsidie wordt een week voor het verlijden van de akte volledig gestort op het rekeningnummer van de vereniging.
Artikel 11 - Afhandeling
Na de aankoop bezorgt de vereniging binnen de drie maanden een afschrift van de getekende notariële aankoopakte aan Vrije Tijd.
Hoofdstuk 2 B – Bouwen, verbouwen, herbouwen of inrichten van een terrein
Artikel 12 - Voorwaarden
§1. De vereniging heeft de grond waarop de werken worden uitgevoerd in het bezit, in huur of een erfpacht voor de duur van minstens negen jaar. Het college van burgemeester en schepenen kan van deze termijn afwijken indien zij van oordeel is dat het lokaal voor een redelijke termijn in gebruik kan blijven van de vereniging.
§2. Indien de werken vergunnings- of meldingsplichtig zijn, moet een vergunning of melding aan de werken voorafgaan.
§3. Werken die volgens het huurcontract of erfpachtovereenkomst ten laste zijn van de verhuurder of erfpachtgever, komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
Artikel 13 - Financiële ondersteuning
Volgende uitgaven komen in aanmerking voor subsidiëring:
- alle kosten die gemaakt worden ter voorbereiding van de werken (plannen, bouwaanvraag, sloopwerken, bodemonderzoek), inclusief btw
- de kosten voor ruwbouw en het water- en winddicht maken van het gebouw, inclusief btw
- de kosten van materiaal en werken die onlosmakelijk verbonden zijn aan het lokaal of terrein, inclusief btw
Artikel 14 - Aanvraagtermijn
§1. Instandhoudingswerken tot een bedrag van maximaal 1.000 euro, inclusief btw, mogen binnen hetzelfde kalenderjaar maximaal twee keer gebundeld aangevraagd worden, eventueel na uitvoering.
§2. De subsidie voor werken voor een bedrag van meer dan 1.000 euro, inclusief btw, wordt ten laatste twee maanden voor aanvang van de werken aangevraagd.
Artikel 15 - Bewijsstukken
Bij het aanvraagformulier worden volgende bijlagen toegevoegd:
- het eigendomsattest, huurcontract of erfpachtovereenkomst
- ingeval er een krediet wordt aangegaan de bevestiging van de bank dat de gelden ter beschikking worden gesteld
- de omgevingsvergunning of aanvraag daartoe, indien nodig
- een bodemattest dat duidelijk maakt dat de grond niet verontreinigd is
- facturen (in geval van kleine instandhoudingswerken) of kostenraming en eventuele offertes
Artikel 16 - Behandeltermijn
§1. De subsidies voor instandhoudingswerken tot een bedrag van maximaal 1.000 euro, inclusief btw, worden op basis van de voorgelegde facturen toegekend en binnen een termijn van twee maanden gestort op het rekeningnummer van de vereniging.
§2. Het lokaal bestuur beschikt over een termijn van drie weken om te beslissen of de subsidie voor werken ten bedrage van meer dan 1.000 euro kan worden toegekend aan de vereniging dan wel om eventuele bijkomende stukken op te vragen.
§3. De subsidie voor werken ten bedrage van meer dan 1.000 euro wordt in twee delen uitbetaald: 50% voorschot op basis van de aanvraag en maximaal 50% op basis van de facturen. Indien de uiteindelijke uitvoering minder kost dan oorspronkelijk geraamd, zal enkel het verschil tussen de totale kostprijs en het reeds ontvangen voorschot nog in aanmerking komen voor de subsidie.
§4. Indien de vereniging kan aantonen over onvoldoende middelen te beschikken om de 50% eerst voor te schieten, kan het college van burgemeester en schepenen een uitzondering toestaan op de uitbetaling.
Deel 3 – Subsidie duurzame infrastructuurwerken
Artikel 17 - Voorwaarden
§1. De vereniging heeft de grond waarop de werken worden uitgevoerd in het bezit, in huur of een erfpacht voor de duur van minstens negen jaar. Het college van burgemeester en schepenen kan van deze termijn afwijken indien zij van oordeel is dat het lokaal voor een redelijke termijn in gebruik kan blijven van de vereniging.
§2. Om in aanmerking te komen voor deze subsidie, dient de uitgave dient minimaal 4.200 euro, inclusief btw, te bedragen.
§3. Indien de werken vergunnings- of meldingsplichtig zijn, moet een vergunning of melding aan de werken voorafgaan.
§4. Werken die volgens het huurcontract of erfpachtovereenkomst ten laste zijn van de verhuurder of erfpachtgever komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
§5. De geplande werken moeten beschikken over een planadvies van Kamp C met betrekking tot het duurzaam karakter van de infrastructuurwerken om in aanmerking te komen voor subsidiëring.
Artikel 18 - Subsidiebedrag
§1. De subsidie bedraagt maximaal 60% van de bewezen kosten.
§2. De som van de toegekende subsidies voor duurzame infrastructuurwerken mag per vereniging over een periode van vier jaar het maximumbedrag van 20.000 euro niet overschrijden.
Artikel 19 - Financiële ondersteuning
Alle werken die strenger zijn dan de geldende EPB-normen of watertoets/regenwaterverordening komen in aanmerking voor subsidiëring.
Artikel 20 - Aanvraagtermijn
De subsidie wordt ten laatste twee maanden voor de aanvang van de werken aangevraagd.
Artikel 21 - Bewijsstukken
Bij het aanvraagformulier worden volgende bijlagen toegevoegd:
- het eigendomsattest, huurcontract of erfpachtovereenkomst
- ingeval er een krediet wordt aangegaan de bevestiging van de bank dat de gelden ter beschikking worden gesteld
- de omgevingsvergunning of aanvraag daartoe, indien nodig
- het verplicht planadvies van Kamp C met betrekking tot het duurzaam karakter van de werken
- een beschrijving van de impact van de werken op het energie- en/of waterverbruik
- een attest van het EPB-peil van het gebouw of in het geval van een nieuwbouw een berekening van het EPB-peil
- de kostenraming en eventueel offertes
Artikel 22 - Behandeltermijn
§1. Het lokaal bestuur beschikt over een termijn van een maand om te beslissen of de subsidie kan worden toegekend aan de vereniging dan wel om eventuele bijkomende stukken op te vragen.
§2. De vereniging meldt de geplande startdatum van de werken minstens twee weken vooraf aan Vrije Tijd.
§3. De subsidie wordt in twee delen uitbetaald: 50% voorschot op basis van de aanvraag en de startdatum van de werken en 50% uiterlijk zes maanden na de uitbetaling van het voorschot, op basis van facturen en het voorleggen van testen of metingen die kunnen staven dat het beoogde doel bereikt is.
§4. Indien de vereniging kan aantonen over onvoldoende middelen te beschikken om de 50% zelf voor te schieten, kan het college van burgemeester en schepenen een uitzondering toestaan op de uitbetaling.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt volgende principe van financiële verdeelsleutel voor 2021-2026 unaniem goed:
- Bevolkingsaantal - 50% op basis van gegevens jaar X-1
- Kadastraal inkomen - 50% op basis van gegevens jaar X-2
- Correctiefactor aanrijtijden wordt toegepast op bevolkingsaantal en kadastraal inkomen.
- Correctie DGH wordt toegepast op basis van interventies jaar X-1.
- Er wordt geen manuele correctie van de correctiefactor aanrijtijden doorgevoerd.
De financiële verdeelsleutel wordt jaarlijks aangepast aan de meest recente gegevens. De nieuwe verdeelsleutel wordt elk jaar ten laatste in de zoneraad van april voorgelegd.
Artikel 2
Als er iets wijzigt aan de organisatie, de financiering of de locaties van de brandweerambulances van onze zone, zal de parameter DGH herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt.
Artikel 3
Als er iets wijzigt aan de organisatie, de financiering of de locaties van de brandweerambulances van onze zone, zal de parameter DGH herberekend moeten worden op basis van de berekeningsmethodiek die nu in de uitgangsnota gehanteerd wordt.
Artikel 4
De percentages uit de verdeelsleutel zullen niet gehanteerd worden voor de investeringskost van bijkomende brandweerposten. Wanneer tot bijkomende brandweerposten besloten wordt, zal de financieringsdiscussie ten gronde hernomen worden.
Artikel 5
De gemeenteraad besluit dat de goedgekeurde verdeelsleutel kan aangepast worden indien artikel 68 §3 eerste of tweede lid in de federale wet van 15 mei 2007 wijzigt.
Artikel 6
Jaarlijkse zullen volgende stijgingen van budgetten voorzien worden:
- 2021 - 0%
- 2022 - 0%
- 2023 - 0%
- 2024 - 1%
- 2025 - 1%
- 2026 - 1%
Artikel 7
Er wordt een opsplitsing gemaakt tussen exploitatiebudget en investeringsbudget. Het investeringsbudget goedgekeurd in het meerjarenbeleidsplan bedraagt 2.000.000 euro.
Artikel 8
De verrekening van de goederen gebeurt over vijf jaar beginnende van 2022 volgens volgend voorstel.
Gemeente | Bedrag/jaar |
Geel | - 6.558,42 euro |
Mol | - 96.314,92 euro |
Herentals | - 65.042,97 euro |
Westerlo | - 21.651,93 euro |
Balen | - 12.010,34 euro |
Laakdal | + 40.837,24 euro |
Herselt | + 40.741,60 euro |
Olen | + 44.662,74 euro |
Grobbendonk | - 38.791,63 euro |
Retie | + 26.682,88 euro |
Hulshout | + 25.343,95 euro |
Meerhout | + 32.229,86 euro |
Dessel | + 24.578,85 euro |
Herenthout | + 14.982,07 euro |
Vorselaar | + 19.988,25 euro |
Dit wordt verrekend in het investeringsbudget per gemeente.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt volgende financiële verdeelsleutel voor 2021 goed:
Gemeente | % voor 2021 |
Geel | 22,00% |
Mol | 16,02% |
Herentals | 10,43% |
Westerlo | 9,72% |
Balen | 8,90% |
Laakdal | 4,51% |
Herselt | 3,46% |
Olen | 4,96% |
Grobbendonk | 4,03% |
Retie | 2,55% |
Hulshout | 2,26% |
Meerhout | 3,54% |
Dessel | 2,75% |
Herenthout | 3,09% |
Vorselaar | 1,76% |
Artikel 2
De dotatie van de gemeente Olen voor de brandweerzone Kempen 2021 voor een bedrag van 377.790,22 euro in exploitatie en 94.447,56 euro in investeringen wordt goedgekeurd.
Artikel 1
De dotatie voor de politiezone Neteland 2021 ten bedrage van 1.247.296 euro wordt goedgekeurd.
Artikel 1
Aan De pot van Keizer Karel wordt een concessie verleend voor de inname van een strook grond van de openbare wegenis, groot 48 m². Dit over de ganse breedte van het handelshuis waarop een gesloten vaste terrasconstructie staat. Dit voor een duurtijd van 1 jaar, te rekenen vanaf 1 november 2020 om van rechtswege te eindigen op 31 oktober 2021.
Artikel 2
Het voetpad dient 1,5 meter vrij te blijven, om de veiligheid van de weggebruikers te kunnen verzekeren. Ook moet de concessionaris de nodige vergunningen aanvragen voor de inname van het openbaar domein.
Artikel 3
Het bestuur heeft steeds het recht eenzijdig, van rechtswege en zonder enige opzeg of schadeloosstelling vereist is, deze concessie te verbreken indien het openbaar belang dit zou eisen. De concessionaris kan de concessie altijd opzeggen mits het in acht nemen van een opzegperiode van drie maanden. Deze periode gaat in de eerste van de maand volgend op de opzegging. De opzegging moet gebeuren met een aangetekende brief.
Artikel 4
Het bestuur heeft steeds het recht eenzijdig, van rechtswege en zonder dat enige opzeg of schadeloosstelling vereist is, deze concessie te verbreken indien de concessionaris in gebreke zou blijven de voorwaarden van deze concessie na te leven. Worden inzonderheid beschouwd als redenen tot verbreking van de overeenkomst:
- wanbetaling van het jaarlijks bedrag van het vastgesteld concessierecht
- overlijden, rechtsonbekwaamheid, ontzetting, failliet, kennelijk onvermogen van de concessionaris, wanbeheer, gebrek aan onderhoud bij waardevermindering of achter-uitgang van de uitbating die aan de nalatigheid en/of het verzuim van de concessionaris is te wijten of wanneer zonder de toestemming van de gemeente de aard of bestemming van het gesloten terras wordt gewijzigd
Deze opsomming is niet-limitatief.
Artikel 5
De tekortkomingen zullen vastgesteld worden door middel van een proces-verbaal op te stellen door het college van burgemeester en schepenen. De concessionaris zal door het college van burgemeester en schepenen gehoord worden, tenzij bij weigering of afwezigheid. De gemeenteraad zal zich in zijn eerstvolgende vergadering beraadslagen, na vaststelling door het college van burgemeester en schepenen, inzake de tekortkomingen en de verbreking van het contract.
Artikel 6
Het is de concessionaris verboden de huidige concessie aan derden over te dragen, zonder voorafgaandelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Het overtreden van deze bepalingen zal aanzien worden als een grote tekortkoming en zal aanleiding geven tot onmiddellijk verlies van het concessierecht.
Artikel 7
Het verkopen, verhuren, onderverhuren, inbrengen in een vennootschap, afstand in bruikleen, uitbaten in medebeheer of mede-eigendom wordt beschouwd als een overdracht. Het uitbaten bij middel van een gerant is toegelaten. De gerant wordt als personeelslid aanzien voor de uitvoering van het contract, wat de rechten van de gemeente aangaat.
Artikel 8
De concessieprijs wordt vastgesteld op een jaarvergoeding van 2.296,00 euro (na indexatie) betaalbaar op eerste verzoek van de financieel directeur.
Artikel 9
De concessionaris is gehouden tot het voldoen van alle taksen en lasten op en naar aanleiding van de uitbating gesteld of te stellen door openbare machten onder meer openingstaksen, accijnzen, taken op vermakelijkheden, muziektuigen en dergelijke.
Artikel 10
De concessiehouder is verplicht voor de ganse duur van de overeenkomst zijn burgerlijke verantwoordelijkheid voor alle risico’s ten aanzien van derden onbeperkt te laten dekken evenals zijn objectieve aansprakelijkheid voor brand en ontploffing voor exploitaties die voor het publiek toegankelijk zijn.
Voor zover als nodig, is de gemeente Olen vertegenwoordigd door het college van burgemeester gemachtigd om alle maatregelen te treffen door het pand te doen verzekeren of verzekerd te houden, polissen te doen opstellen, dit alles op kosten van de concessionaris, premies voor hun rekening te betalen en deze terug te vorderen, de voorlegging te eisen van alle dienstige stukken waaruit blijkt dat de verzekering volledig is.
Artikel 11
Na afloop van de concessietermijn zal de concessie pas opnieuw verleend kunnen worden als de bepalingen van artikel 2 te allen tijde nageleefd worden tijdens deze concessietermijn.
Artikel 1
Het gemeenteraadsbesluit van 4 december 2019 houdende goedkeuring reglement inzake leegstand van gebouwen en woningen en bijhorende belasting op leegstand voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen en bijhorende belasting op leegstand goed als volgt. Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
REGLEMENT INZAKE HET LEEGSTANDSREGISTER VAN GEBOUWEN EN WONINGEN EN BIJHORENDE BELASTING OP LEEGSTAND |
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister en de opsporing van leegstaande panden
- eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden
- beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
▪ een aangetekend schrijven
▪ een afgifte tegen ontvangstbewijs
- gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
- kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt
- leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding, of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.
- leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.
In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.
- leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in artikel 2.9 van de Vlaamse Codex Wonen
- woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande
- houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning
HET GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGISTER
Artikel 2 - Wijze van inventarisatie
§1. De administratie maakt een leegstandsregister van leegstaande woningen en gebouwen.
§2. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of een woning op basis van volgende indicaties:
- het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning
- het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf
- het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen
- de aanwezigheid van een attest dat de waterleiding reeds meer dan één jaar afgesloten is
- de aanwezigheid van een attest dat de elektriciteit reeds meer dan één jaar afgesloten is
- de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992
- een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of de functie van het gebouw kan worden uitgesloten
- de onmogelijkheid om de woning of het gebouw te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang
- verzegelde toegang(en) tot de woning of het gebouw
- geblindeerde (bijvoorbeeld dichtgeplakt, dicht geschilderd), dichtgemaakte (bijvoorbeeld dichtgetimmerd, gemetseld) of gesupprimeerde raamopeningen
- de winddichtheid van de woning of het gebouw is niet gewaarborgd (bijvoorbeeld belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden)
- de waterdichtheid van de woning of het gebouw is niet gegarandeerd: zeer zware infiltraties via dak/gevel(s)
- onafgewerkte ruwbouw
- ernstige inpandige vernielingen: de woning of het gebouw is deels vernield of gesloopt
- het langdurig aanbieden van de woning of het gebouw als ‘te huur’ of ‘te koop’
- rolluiken in slechte staat (ernstig vervuild, mosgroei,…)
- glas- en/of buitenschrijnwerk in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden,…)
- dakgoot en/of waterafvoerpijp in slechte staat (ernstig vervuild, slecht onderhouden, afhangend,…)
- afwezigheid van een brievenbus
- uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus
- storende omgevingsaanleg: slecht onderhouden omgeving/tuin
- de woning of het gebouw is gedeeltelijk niet bemeubeld
- getuigenissen (bijvoorbeeld van omwonende(n), postbode, wijkagent)
- het ontbreken van een vestigings- /ondernemingsnummer in de Kruispuntbank voor ondernemingen op het adres van het gebouw
- het ontbreken van handelswaar in de etalage/handelsruimte van het gebouw
§3. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden.
De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand.
De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvende verslag.
Artikel 3 - Verhouding tot andere inventarissen
Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw of als een leegstaande woning beschouwd.
De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.
Een gebouw dat of een woning die door de gemeente geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister, en omgekeerd.
Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.
Artikel 4 - Beroep tegen het besluit tot opname in het leegstandsregister
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.
Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:
- de identiteit en het adres van de indiener
- de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft
- een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet leegstaand is, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed
Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.
§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:
- het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van §1 van dit artikel
- het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht
- het beroepschrift is niet ondertekend
Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.
§3. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.
§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het leegstandsregister.
Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand in de administratieve akte.
Artikel 5 - Schrapping uit het leegstandsregister
§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 6° aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1, 7°. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de voormelde functie.
§2. Een gebouw of woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat het gebouw of de woning gesloopt werd of dat de hoofdfunctie van een gebouw of woning gewijzigd werd op grond van een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag waarop het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd, of de eerste dag waarop door de administratie kan worden vastgesteld dat het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd.
§3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§4. De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in §1 of §2 van dit artikel, voldaan is.
Artikel 6 - Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.
§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.
§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het leegstandsregister met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping.
Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen.
LEEGSTANDSHEFFING
Artikel 7 - Belastbare grondslag
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
§2. Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de heffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag van de opnamedatum.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van twaalf maanden.
Artikel 8 - Belastingplichtige
§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing houder van het zakelijk recht is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§4. In het geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het leegstandsregister.
Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel
- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris
- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw
De overdrager van het zakelijk recht kan de instrumenterende ambtenaar vragen om dit in zijn plaats te doen.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de aanvrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de volgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Artikel 9 - Berekening van de leegstandsheffing
§1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld als volgt:
- voor een leegstaand gebouw: 1.300,00 euro
- voor een leegstaande woning:
▪ 1.300,00 euro voor een eengezinswoning
▪ 100,00 euro voor een kamer
▪ 400,00 euro voor elke andere woning
§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met 1,5 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in het leegstandsregister staat en dit met een maximum van vijf bijkomende termijnen.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke akte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van twaalf maanden.
Artikel 10 - Vrijstellingen
§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:
- de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling (jaarlijks aan te vragen – raadpleegbaar bij Burgerzaken). Deze vrijstelling kan enkel toegekend worden indien de belastingplichtige als laatste bewoner ingeschreven was op het adres van deze woning in het bevolkingsregister. De vrijstelling kan maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend worden.
- de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing
- de belastingplichtige die maximaal één jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:
▪ vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap
▪ bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in het geval van overdracht bij erfopvolging of testament
§2. Een vrijstelling wordt verleend om één van de volgende redenen:
- Het gebouw of de woning is gelegen binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.
- Het gebouw of de woning kan geen voorwerp meer uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.
- Het gebouw of de woning is krachtens decreet beschermd als monument of is opgenomen op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument.
- Het gebouw of de woning maakt deel uit van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap.
- Het gebouw of de woning werd vernield of beschadigd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
- Het gebouw of de woning kan onmogelijk daadwerkelijk gebruikt worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.
- Het gebouw of de woning is het voorwerp van niet-vergunningsplichtige werken, zoals renovatiewerken die door de eigenaar jaarlijks worden uitgevoerd, met die verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar.
- Het gebouw of de woning wordt gerenoveerd met of zonder een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:
▪ met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning
▪ zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend worden. Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.
Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.
Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.
- Het gebouw of de woning maakt het voorwerp uit van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30 §2 van de Vlaamse Codex Wonen
- Het gebouw of de woning maakt het voorwerp uit van een door de gemeente, het OCMW Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig boek 5, deel 7 van de Vlaamse Codex Wonen
- Het gebouw of de woning is vervat in een project dat aangemeld is bij de VMSW via het Projectportaal conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 oktober 2013 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten
- Het gebouw of de woning staat ingeschreven in het gemeentelijk register van tweede verblijven.
- Het gebouw of de woning wordt gebruikt door een instantie met een socio-economisch doel.
Artikel 11 - Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12 - Betaling van de belasting
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13 - Bezwaar tegen de aanslag
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 14 – Slotbepalingen
§1. De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister op basis van voorgaande reglementen hierover, blijven opgenomen in het leegstandsregister.
§2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 1
Het gemeenteraadsbesluit van 4 december 2019 houdende goedkeuring reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en de bijhorende belasting op de verwaarlozing voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2021.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt het reglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en de bijhorende belasting op de verwaarlozing goed als volgt. Dit reglement geldt vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
REGLEMENT INZAKE HET REGISTER VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN EN DE BIJHORENDE BELASTING OP DE VERWAARLOZING |
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en met de opsporing van verwaarloosde panden
- beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
▪ een aangetekend schrijven
▪ een afgifte tegen ontvangstbewijs
- gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten
- register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen, als vermeld in artikel 2.15 Vlaamse Codex Wonen
- onafgewerkt gebouw of woning: een gebouw of woning waarvan de werken werden aangevat, maar dat niet binnen drie jaar na de aanvang van de werken winddicht is
- woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande
- houder van het zakelijk recht: de persoon of de personen met een recht van volle eigendom, opstal, erfpacht of vruchtgebruik met betrekking tot een gebouw of een woning
REGISTER VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN
Artikel 2 - Wijze van inventarisatie
§1. De administratie maakt een register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
§2. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning of niet, wordt beschouwd als verwaarloosd in de volgende gevallen:
- wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten
- een onafgewerkt gebouw of woning
De administratie beoordeelt de verwaarlozing van een gebouw of een woning op basis van de indicaties in het technisch verslag, dat als bijlage bij dit reglement gevoegd is.
Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor 3 punten, van categorie II voor 9 punten en van categorie III voor 18 punten.
Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 punten (categorie III).
Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in het technisch verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten.
§3. Een verwaarloosd gebouw of een verwaarloosde woning wordt opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en het technisch verslag, met vermelding van de elementen die de verwaarlozing staven, gevoegd worden.
De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing.
De administratie stelt de houders van het zakelijk recht per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van verwaarloosde gebouwen en woningen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Deze kennisgeving omvat de administratieve akte met fotodossier en technisch verslag.
Artikel 3 - Verhouding tot andere inventarissen
Gebouwen of woningen die in aanmerking komen voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, worden nooit als een verwaarloosd gebouw of als een verwaarloosde woning beschouwd.
De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als verwaarloosde gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.
Gebouwen of woningen die door de gemeente geïnventariseerd zijn als leegstaand, kunnen eveneens opgenomen worden in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.
Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt of onbewoonbaar, kunnen eveneens worden opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.
Artikel 4 - Beroep tegen het besluit tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.
Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:
- de identiteit en het adres van de indiener
- de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft
- een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet verwaarloosd is, met dien verstande dat de vaststelling van de verwaarlozing betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed
Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.
De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.
§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:
- Het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 §1.
- Het beroepschrift gaat niet uit van een houder van het zakelijk recht.
- Het beroepschrift is niet ondertekend.
Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.
§3. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.
§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
Indien de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing in de administratieve akte.
Artikel 5 - Schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen
§1. Een gebouw of een woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat de zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in artikel 2 §2, werden hersteld of verwijderd. Hiertoe dient de houder van het zakelijk recht te bewijzen dat het gebouw of de woning geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die op basis van het technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren.
De zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in het eerste lid, zijn in geval van sloop pas verwijderd als alle puin geruimd is.
Een onafgewerkt gebouw of woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de houder van het zakelijk recht bewijst dat het gebouw of de woning winddicht is gemaakt.
De administratie vermeldt als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het gegronde verzoek tot schrapping. De administratie kan hier gemotiveerd van afwijken.
§2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.
De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
§3. De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5 §1, voldaan is.
Artikel 6 - Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping
§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een houder van het zakelijk recht bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.
§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.20 Vlaamse Codex Wonen. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.
§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen met als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het initiële verzoek tot schrapping. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid kan hier gemotiveerd van afwijken.
Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen.
HEFFING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN EN GEBOUWEN
Artikel 7 - Belastbare grondslag
§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste verjaardag van de opnamedatum.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van twaalf maanden.
Artikel 8 - Belastingplichtige
§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen houder van het zakelijk recht is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.
§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de houder van het zakelijk recht, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.
§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.
§ 4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger voorafgaand aan de overdracht in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel
- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris
- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Artikel 9 - Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen
§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:
- 1.300,00 euro voor een verwaarloosd gebouw
- 1.300,00 euro voor een verwaarloosde woning
§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met 1,5 per bijkomende nieuwe termijn van twaalf maanden dat het gebouw of de woning in het register verwaarloosde woningen en gebouwen staat en dit met een maximum van vijf bijkomende termijnen.
§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke akte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van twaalf maanden.
Artikel 10 - Vrijstellingen
§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:
- de belastingplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, die deze woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en die geen zakelijk recht heeft op een ander onroerend goed
- de belastingplichtige die maximaal één jaar houder van het zakelijk recht is van het gebouw of de woning
§2. Een vrijstelling wordt verleend om een van de volgende redenen:
- Het gebouw of de woning is gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.
- Het gebouw of de woning kan geen voorwerp meer uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.
- Het gebouw of de woning is krachtens decreet beschermd als monument of is opgenomen op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument.
- Het gebouw of de woning maakt deel uit van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap.
- Het gebouw of de woning werd vernield of beschadigd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging.
- Het gebouw of de woning wordt gerenoveerd met of zonder stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen:
▪ Met stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: blijkens een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning.
▪ Zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen met dien verstande dat de belastingplichtige zelf een renovatiedossier samenstelt met foto’s, aankoopfacturen en documenten waaruit voldoende blijkt dat het gebouw of de woning in staat van renovatie is. Deze vrijstelling kan maximaal 3 opeenvolgende jaren toegekend is; Voorafgaand aan de toekenning van deze vrijstelling kan de gemeente een plaatsbezoek uitvoeren. Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot het gebouw en/of de woning, dan wordt de toekenning van de vrijstelling automatisch geweigerd.
Bovenstaande vrijstellingen voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kunnen gecombineerd worden, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden. Bij overdracht van het zakelijk recht heeft de nieuwe belastingplichtige ook recht op een vrijstelling voor renovatie met of zonder stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, met dien verstande dat deze vrijstellingen, indien gecombineerd, ook maar maximaal drie opeenvolgende jaren toegekend kunnen worden.
- Het gebouw of de woning maakt het voorwerp uit van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30 §2 Vlaamse Codex Wonen.
- Het gebouw of de woning maakt het voorwerp uit van een door de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel boek 5, deel 7 Vlaamse Codex Wonen.
Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.
Artikel 11 - Inkohiering
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 12 - Betaling van de belasting
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 13 - Bezwaar tegen de aanslag
§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.
§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 14 - Slotbepalingen
§1. De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen op basis van voorgaande reglementen hierover, blijven opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.
§2. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Artikel 1
Artikel 2 §12 van het retributiereglement op dossiers inzake ruimtelijke ordening en omgeving, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, wordt aangepast als volgt:
Artikel 2
§1. De tarieven voor dossiers inzake ruimtelijke ordening worden als volgt vastgesteld:
- 25,00 euro voor aanvragen stedenbouwkundige attesten in toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)
- 50,00 euro voor aanvragen tot het bekomen van een planologisch attest in toepassing van de VCRO
- 75,00 euro per aanvraag naar alle vereiste vastgoedinformatie betreffende één volledig dossier door notarissen, vastgoedmakelaars en andere naar aanleiding van de overdracht van een onroerend goed
- 12,50 euro per kamer, met een minimum van 62,50 euro en een maximum van 1.250,00 euro voor aanvragen tot het bekomen van een conformiteitsattest voor een kamerwoning
- 90,00 euro op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning en 90,00 euro op de behandeling van een aanvraag van een conformiteitsattest voor een kamerwoning, verhoogd met 15,00 euro per kamer, met een maximum van 1.775,00 euro. De retributie is verschuldigd door de persoon die een conformiteitsattest aanvraagt. De retributie is niet verschuldigd indien:
▪ de woning of kamer ingehuurd wordt door het sociaal verhuurkantoor
▪ de behandeling van het conformiteitsdossier van de woning of kamer op initiatief van de burgemeester gebeurt, al dan niet na ontvangst van een melding over de mogelijk gebrekkige kwaliteit van een woning
- 2,50 euro voor de afgifte van een huisnummerplaatje
- 155,00 euro voor de levering en plaatsing van een ENA-plaatje
Artikel 2
Artikel 3 van het retributiereglement op dossiers inzake ruimtelijke ordening en omgeving, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3
Er is vrijstelling van retributie op basis van het statuut van de aanvrager of omwille van procedurele redenen:
- statuut aanvrager:
▪ overheden en instellingen van openbaar nut
▪ beschutte of sociale werkplaatsen
- procedurele redenen:
▪ procedurestappen die worden overgedaan als gevolg van een administratieve lus (artikel 13 van het omgevingsvergunningsdecreet)
Artikel 3
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
Artikels 2 en 4 van het retributiereglement op de ophaling van afval aan huis en de aanvoer ervan op het recyclagepark, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, worden als volgt gewijzigd:
Artikel 2
§1. Voor de verkoop van deze producten worden de tarieven als volgt vastgesteld:
10 zakken van 30 liter (1 rol) voor restafval (grijze zakken) | 12,00 euro |
10 zakken van 60 liter (1 rol) voor restafval (grijze zakken) | 20,00 euro |
24 gewone PMD-zakken (1 rol) (blauwe zakken) | 3,60 euro |
10 grote PMD-zakken (1 rol) (blauwe zakken) | 1,50 euro |
12 gewone zakken restplastiek (1 rol) (groene zakken) | 3,00 euro |
10 grote zakken restplastiek (1 rol) (groene zakken) | 1,50 euro |
P+MD zak: rol van 24 zakken van 60 liter | 3,60 euro |
P+MD zak: rol van 10 zakken van 120 liter | 1,50 euro |
sticker voor een GFT-container van 40 liter (voor het ganse kalenderjaar) | 37,50 euro |
sticker voor een GFT-container van 40 liter (voor een half kalenderjaar vanaf 1 juli) | 18,75 euro |
sticker voor een GFT-container van 120 liter (voor het ganse kalenderjaar) | 75,00 euro |
sticker voor een GFT-container van 120 liter (voor een half kalenderjaar vanaf 1 juli) | 37,50 euro |
naaldcontainer van 3 liter | 1,50 euro |
zak compost van 40 liter | 2,00 euro |
zak fijne compost van 40 liter | 4,00 euro |
zak potgrond van 50 liter | 4,00 euro |
beluchtingsstok | 4,00 euro |
wormenbak | 13,00 euro |
compostvat | 15,00 euro |
compostbak | 40,00 euro |
§2. De retributie is verschuldigd op het moment dat de producten worden aangeschaft.
Artikel 4
§1. Voor het brengen van deze afvalfracties worden de tarieven als volgt vastgesteld:
boomstronken (maximum stamdiameter van 25 cm) | 0,10 euro per kg |
tuinafval (de eerste 50 kg per gezin en per jaar gratis) | 0,10 euro per kg |
zuiver steen- en betonpuin (al dan niet gewapend) | 0,02 euro per kg |
afvalhout A (zuiver massief hout) en B (gelijmd of samengesteld hout) | 0,10 euro per kg |
afvalhout C (geïmpregneerd hout of hout behandeld met carboline) | 0,15 euro per kg |
asbesthoudend materiaal (de eerste 200 kg per gezin en per jaar gratis) | 0,24 euro per kg |
roofing, cellenbeton, gipsplaten, kalk | 0,15 euro per kg |
grof huisvuil | 0,24 euro per kg - bij inzameling via het recyclagepark: minimumtarief van 1,00 euro - bij inzameling aan huis: minimumtarief van 5,00 euro |
industrieel/professioneel elektrisch of elektronisch apparaat | 25,00 euro per stuk |
kerstboom | 1,00 euro per stuk |
harde kunststoffen | 0,10 euro per kg |
piepschuim (<60 liter gratis) | 1,00 euro (60-200 liter) 6,50 euro (> 200 liter) |
§2. De retributie is eisbaar op het moment van de aanlevering op het recyclagepark. Voor het aan huis opgehaald grof huisvuil wordt de retributie aangerekend per factuur.
Artikel 2
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
Artikels 2, 3 en 4 van het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, worden als volgt gewijzigd:
Artikel 2
Het bedrag voor de afgifte van een elektronische identiteitskaart wordt als volgt bepaald:
standaardprocedure | 19,50 euro |
spoedprocedure | 106,00 euro |
spoedprocedure met gecentraliseerde levering | 136,50 euro |
Artikel 3
Het bedrag voor de afgifte van een Kids-eID wordt als volgt bepaald:
standaardprocedure | 7,00 euro |
spoedprocedure | 96,00 euro |
spoedprocedure met gecentraliseerde levering | 126,50 euro |
Artikel 4
Het bedrag voor de afgifte van een elektronische vreemdelingenkaart wordt als volgt bepaald:
standaardprocedure zonder biometrische kenmerken | 19,50 euro |
standaardprocedure met biometrische kenmerken | 22,50 euro |
spoedprocedure | 106,00 euro |
Artikel 2
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
In artikel 2 van het retributiereglement op de verkoop van cultureel-toeristische producten, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, worden volgende producten geschrapt:
tinnen pot met drie oren | 37,00 euro |
Fair Trade Ecocyclo | 2,00 euro |
Artikel 2
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
Artikel 2 van het retributiereglement voor activiteiten georganiseerd door het lokaal bestuur, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2
De tarieven worden als volgt vastgesteld:
- voor elk kind of jongere die deelneemt aan de speelpleinwerking of tienerwerking van het speelplein: 5,00 euro per dag (zowel voor een hele als een halve dag)
- voor elk kind of jongere die deelneemt aan de uitstappen van de speelpleinwerking of tienerwerking van het speelplein: 15,00 euro per dag (zowel voor een hele als een halve dag)
- kledij voor speelpleinanimatoren:
▪ truien: 20,00 euro per stuk
▪ T-shirts: 10,00 euro per stuk
- voor elk kind of jongere die deelneemt aan vrijetijdsactiviteiten of uitstappen tijdens korte schoolvakanties: 15,00 euro per dag
- voor elk kind dat deelneemt aan het mondiaal kamp: 15,00 euro per dag (gegroepeerd als drie- of vierdaagse kostprijs)
- vijfbeurtenkaart voor turnlessen voor senioren: 5,00 euro per kaart
- jaarlijkse activiteit seniorenweek: 6,00 euro
- deelnemersbijdrage aan door de gemeente georganiseerde schoolreizen: 8,00 euro per deelnemer
- deelnemersbijdrage kinderwandeling: 2,50 euro
- deelnemersbijdrage happen en stappen: 10,00 euro
- deelnemersbijdragen voor occasionele activiteiten worden per activiteit vastgesteld door het college
Artikel 2
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
Artikels 5, 10 en 13 van het retributiereglement op de diensten van de openbare bibliotheek en op de verkoop van afgevoerde materialen, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 4 december 2019, worden als volgt gewijzigd:
Artikel 5
§1. Na het verstrijken van de uitleentermijn betaalt de ontlener aanmaningsgeld. Hiervoor worden per begonnen week en per object volgende tarieven gehanteerd:
boek | 0,20 euro |
luisterboek | 0,20 euro |
strip | 0,20 euro |
tijdschrift | 0,20 euro |
dvd | 1,00 euro |
taalcursus | 0,20 euro |
§2. De kost per te verzenden aanmaningsbrief of -mail bedraagt 1,00 euro.
Artikel 10
Afgevoerde materialen worden verkocht voor de eenheidsprijs van 0,50 euro per stuk, ongeacht de staat waarin het materiaal zich bevindt. Afgevoerde jaargangen van tijdschriften worden verkocht voor de eenheidsprijs van 1,00 euro.
Voor eventuele speciale aanbiedingen wordt de prijs vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 13
§1. De retributie moet betaald worden bij het afleveren van de diensten of bij de aankoop van afgevoerde boeken of tijdschriftjaargangen.
§2. Bij het gebruik van de inleverschuif moeten openstaande retributies of boeten bij het eerstvolgende bibliotheekbezoek vereffend worden.
Artikel 2
Deze wijziging geldt vanaf 1 januari 2021.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2020-034 HR en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst ter beschikking stellen van uitzendkrachten (inclusief jobstudenten) aan gemeente Olen en OCMW Olen”, opgesteld door Financiën worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 33.057,85 euro exclusief btw of 40.000,00 euro inclusief 21% btw voor één jaar of 132.231,40 euro exclusief btw of 160.000,00 euro inclusief 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Gemeente Olen treedt op in naam van gemeente Olen en OCMW Olen.
Artikel 4
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 1
De rekening van het schooljaar 2019-2020 van de scholengemeenschap LOV wordt goedgekeurd met de hiernavolgende cijfers:
Scholengemeenschap LOV Rekening schooljaar 2019-2020 | ||||
ONTVANGSTEN |
| UITGAVEN | ||
overdracht 2018-2019 | 3.952,82 euro |
| informatica | 557,41 euro |
bijdrage Vorselaar | 537,50 euro |
| telefoon | 20,24 euro |
bijdrage Lille | 1.472,50 euro |
| boeken en abonnementen | 435,00 euro |
bijdrage Olen | 1.622,50 euro |
| opleidingen | 726,00 euro |
intrest rekening | 3,59 euro |
| catering vergaderingen | 278,00 euro |
|
|
| kilometervergoedingen | 723,65 euro |
|
|
| bankkosten | 31,50 euro |
|
|
| RV intrest | 0,54 euro |
|
|
|
|
|
Totaal ontvangsten | 7.588,91 euro |
| Totaal uitgaven | 2.772,34 euro |
|
|
|
|
|
Batig saldo | 4.816,57 euro |
|
|
|
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de vergaderdata van de gemeenteraad voor het jaar 2021:
- 6 januari
- 3 februari
- 3 maart
- 7 april
- 5 mei
- 2 juni
- 7 juli
- 1 september
- 6 oktober
- 3 november
- 1 december
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de vervanging van Willy Maes in de gemeenteraadscommissie financiën die wordt opgevolgd door An Peeters.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de volgende gewijzigde samenstelling van de gemeenteraadscommissie financiën vast:
- namens de fractie van CD&V:
▪ Gert Dierckx
▪ Jan Verbist
▪ Henk Vleugels
- namens de fractie van O1:
▪ Jan Verhaert
▪ Marc Verhulst
- namens de fractie van N-VA:
▪ An Peeters
- namens de fractie van sp.a-sociaal&anders:
▪ Joeri Janssens
- namens de fractie van Groen:
▪ Elke Tweepenninckx, lid met raadgevende stem
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de vervanging van Willy Maes in de gemeenteraadscommissie personeel en organisatie door An Peeters.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de volgende gewijzigde samenstelling van de gemeenteraadscommissie personeel en organisatie vast:
- namens de fractie van CD&V:
▪ Michel De Maeyer
▪ Jan Verbist
▪ Henk Vleugels
- namens de fractie van O1:
▪ Steve Janssens
▪ Riet Smits
- namens de fractie van N-VA:
▪ An Peeters
- namens de fractie van sp.a-sociaal&anders:
▪ Joeri Janssens
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de huurovereenkomst tussen gemeente Olen en vzw KIKOEN voor het gebruik van het gebouw te Boerenkrijglaan 51B te Olen goed als volgt.
HUUROVEREENKOMST VOOR HET GEBRUIK VAN HET GEBOUW TE BOERENKRIJGLAAN 51 B TE OLEN |
TUSSEN:
enerzijds het gemeentebestuur van Olen, Dorp 1, 2250 Olen, vertegenwoordigd door Jan Verbist, voorzitter van de gemeenteraad, en Jeroen Peeters, algemeen directeur, optredend voor het gemeentebestuur van Olen in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 2 december 2020, hierna de "verhuurder" genoemd,
en anderzijds vzw KIKOEN, maatschappelijke zetel te Campus Blairon 714, 2300 Turnhout, en ondernemingsnummer BE 0448.477.916, vertegenwoordigd door Griet De Ceuster, voorzitter, en Bart Wuyts, bestuurder, hierna de "huurder" genoemd.
WORDT UITDRUKKELIJK OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Artikel 1 - Voorwerp
De verhuurder geeft de grond met het gebouw te Boerenkrijglaan 51 B te Olen, kadastraal gekend onder het nummer sectie G 616b, in gebruik aan de huurder die aanvaardt. Het plan met de kadastrale informatie is aan onderhavige overeenkomst gehecht en maakt er integraal deel van uit.
Het perceel is gelegen in het in het RUP Teunenberg in artikel 1: bebouwde zone voor socio-culturele activiteiten (categorie: gemeenschaps- en nutsvoorzieningen).
Het goed maakt bij weten van de verhuurder geenszins het voorwerp uit van een geplande onteigening. Het goed wordt verhuurd in de toestand waarin het zich thans bevindt, volkomen bekend aan partijen.
Artikel 2 - Bestemming van de in gebruik gegeven ruimtes
Het verhuurde goed is bestemd om te worden gebruikt voor de Administratie van KIKOEN vzw en als administratieve werkplek voor de coördinatoren van KIKOEN Olen.
Op het bij de huurovereenkomst bijgevoegd ‘grondplan aanduiding lokalen’ is terug te vinden welke lokalen (in groene kleur) exclusief door de huurder zullen gebruikt worden. De andere lokalen op het grondplan (in blauwe kleur) zijn voor gemeenschappelijk gebruik. De lokalen voor gemeenschappelijk gebruik kan de verhuurder occasioneel verhuren volgens het gemeentelijk verhuurreglement polyvalente zalen (als bijlage bij deze overeenkomst)
In geen geval mag door de huurder een wijziging worden aangebracht aan de bestemming van de in gebruik gegeven goederen zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de verhuurder.
Artikel 3 - Staat en plaatsbeschrijving
De huurder aanvaardt het goed in de staat waarin het zich bevindt of zal blijken uit de opgemaakte plaatsbeschrijving.
Met betrekking tot de staat van het verhuurde goed zullen verhuurder en huurder een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaken bij het ingaan van de huurovereenkomst en uiterlijk binnen de eerste maand na de terbeschikkingstelling van het goed aan de huurder. De plaatsbeschrijving wordt door beide partijen ondertekend.
Iedere partij is vrij zich voor deze plaatsbeschrijving op eigen kosten te laten bijstaan door een deskundige.
De huurder verbindt zich ertoe het goed in dezelfde staat aan de verhuurder terug te geven als deze waarin hij het ontvangen heeft met uitzondering van de door slijtage of ouderdom ontstane schade en behoudens de verbeterings- en veranderingswerken waartoe de verhuurder zijn toestemming heeft gegeven, onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 9 hierna.
Artikel 4 - Duur van de overeenkomst
Onderhavige overeenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en neemt een aanvang op 1 januari 2021. Elke partij heeft het recht de overeenkomst te allen tijde te beëindigen mits een opzegtermijn van zes maanden.
De opzegtermijn gaat in de eerste van de maand volgend op deze waarin de opzeg gedaan wordt. Er kan door deze opzeg geen enkel recht op schadevergoeding ontstaan voor de huurder. Deze opzegging dient schriftelijk te gebeuren en dient te zijn gericht aan de tegenpartij.
Artikel 5 - Huurprijs
De verhuring wordt toegestaan en aanvaard tegen de maandelijkse huurprijs van 750 euro (btw inbegrepen), telkens uiterlijk de tiende dag van de maand waarop de huur betrekking heeft.
De basishuur is gekoppeld aan de gezondheidsindex. Als basis geldt de index van de maand december 2020.
Elk jaar, op de vervaldag van de huurovereenkomst, zal er ambtshalve overgegaan worden tot de evenredige aanpassing van het huurbedrag volgens de volgende formule:
Basishuur x nieuwe index
--------------------------------------------- = aangepaste huurbedrag
index december 2020
Bijgevolg zal de wijziging van genoemde index automatisch en zonder aanmaning leiden tot een evenredige wijziging van het huurbedrag, dat echter nooit lager kan zijn dan het huurbedrag dat op de datum van aanpassing van toepassing is.
Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de verhuurder enkel door een schriftelijke en eigenhandig ondertekende verklaring afstand kan doen van de verhogingen die voortvloeien uit onderhavige clausule.
Behoudens andersluidende onderrichtingen van de verhuurder zal de huurprijs betaald worden door overschrijving op het rekeningnummer BE33 0910 0010 8446 van het gemeentebestuur van Olen onder de referte ‘Huur Boerenkrijglaan 51B’.
Artikel 6 - Kosten en lasten
§1. De verhuurder staat in voor de volgende lasten:
- energie- en watergebruik
- schoonmaak van het gebouw
- abonnement en onderhoud van het alarm
- keuringen van elektriciteit, verwarming en brandblusmiddelen
- onderhoud van de verwarmingsketel
- meubilair voor de verhuurbare vergaderzaal en keuken (tafels en stoelen)
De huurder staat in voor de volgende lasten:
- interventie van de bewakingsfirma bij het veroorzaken van vals alarm door de huurder. De verhuurder zal deze kosten doorrekenen.
- internetaansluiting en wifi
- telefonie
§2. De huurder neemt alle belastingen en heffingen waarmee het gebruikte goed door het rijk, het gewest, de provincie of de gemeente belast werd of zal worden voor zijn rekening met uitzondering van de onroerende voorheffing die ten laste blijft van de verhuurder.
Artikel 7 - Verzekeringen
De verhuurder zal een verzekering afsluiten waarin brand en aanverwante risico’s zijn gedekt. Hierin zal ten voordele van de huurder een afstand van verhaal voor die schades, die in de brandverzekering van de verhuurder verzekerd zijn, worden bedongen. Deze afstand van verhaal geldt niet voor alle andere schades, tenzij ze veroorzaakt werden door occasionele huurders op basis van het gemeentelijke verhuurreglement polyvalente zalen.
De brandpolis van de verhuurder voorziet daarenboven eveneens een dekking voor het verhaal van derden na brand en waterschade ten voordele van de huurder.
De verhuurder laat op zijn kosten de eigen roerende en onroerende goeden in het gebouw verzekeren.
De huurder dient zijn burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden te verzekeren. Ook dient de huurder op zijn kosten zijn roerende goederen die zich in de gebruikte ruimten bevinden te laten verzekeren tegen brand en aanverwante risico’s.
Een kopie van de verzekeringspolissen zal door de huurder aan de verhuurder overgemaakt worden, als deze hierom verzoekt. Op eerste aanvraag van de verhuurder zal de huurder het bestaan van de verzekering en de regelmatige betaling van de premies moeten bewijzen.
Artikel 8 - Betalingen en intresten
Ongeacht alle andere rechten en vorderingen van de verhuurder zullen alle door de huurder krachtens onderhavige huurovereenkomst verschuldigde of nog verschuldigd zijnde bedragen van rechtswege en zonder ingebrekestelling een intrest opbrengen, gelijk aan de wettelijke intrestvoet.
Artikel 9 - Veranderingen, verbouwingen en herstellingen
De huurder zal de verhuurder onmiddellijk op de hoogte stellen van schade ontstaan aan het dak of andere vitale onderdelen van het gebouw. De huurder zal de herstellingen moeten dulden, zelfs indien zij meer dan veertig dagen in beslag nemen, en verklaart te verzaken aan eender welke vergoeding voor genotsderving.
Het is de verhuurder toegestaan om veranderingen, verbouwingen of herinrichtingen door te voeren. De huurder dient hierover vooraf schriftelijk verwittigd te worden.
De veranderingen, verbouwingen, herinrichtingen of verbeteringen zullen door de verhuurder verworven zijn zonder dat aan de huurder enige vergoeding verschuldigd is, noch bij de uitvoering van de werken, noch bij het einde van het gebruik.
Artikel 10 - Onderhoud en kleine herstellingen
De huurder is ertoe gehouden het goed te beheren als een goede huisvader. De huurder zal de gebruikte ruimtes in goede staat onderhouden en instaan voor allerlei soort onderhoudskosten, welke ook de aard en de oorzaak ervan zijn, tenzij het gaat om herstellingen wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven. Deze vloeien voort uit het normaal en voortgezet gebruik van het gebruikte goed en komen niet voor rekening van de huurder.
De huurder zal instaan voor herstellingen die noodzakelijk zijn ten gevolge van schade aan het gebouw en/of de installaties als deze door de huurder zelf veroorzaakt zijn. De verhuurder zal instellingen voor de herstellingen die noodzakelijk zijn ten gevolge van ouderdom of normaal gebruik van het gebouw en/of de installaties.
De verhuurder kan per aangetekende brief van de huurder eisen dat deze alle herstellingswerken uitvoert die de huurder op zich moet nemen en dat hij ze beëindigt binnen de twee maanden na het versturen van deze aangetekende brief.
De huurder zal zonder schadevergoeding of vermindering van het huurbedrag alle herstellingen of verbouwingen moeten dulden die noodzakelijk zouden kunnen worden tijdens de huurovereenkomst, welke ongemakken hem daardoor ook worden veroorzaakt en al zou hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het gebruikte goed moeten derven. Indien die herstellingen echter langer dan veertig dagen duren, wordt het huurbedrag verminderd naar evenredigheid van de tijd en het van het gedeelte van het gebruikte goed waarvan hij het genot heeft moeten derven.
De huurder zal de verhuurder of zijn afgevaardigden of elke andere persoon die door de verhuurder aangeduid is, toegang moeten verlenen om de nodige inspectie en herstellingen te kunnen uitvoeren en om in het algemeen de staat van de gebruikte ruimten te kunnen nagaan.
De grote herstellingen bepaald in artikel 606 B.W. zijn ten laste van de verhuurder. De huurder staat evenmin in voor de verborgen gebreken van het gebruikte goed.
Bij beëindiging van de huurovereenkomst zal de huurder het beschreven goed in onberispelijke staat terug ter beschikking stellen van de verhuurder. De huurder zal de vastgestelde schade, uitgezonderd deze veroorzaakt door slijtage ten gevolge van een normaal en voortgezet gebruik, aan de verhuurder vergoeden.
Artikel 11 - Uitvoering werken bij aanvang van de huurovereenkomst
§1. Bij de aanvang van deze huurovereenkomst worden de volgende afspraken voor uit te voeren werken overeengekomen:
- De verhuurder staat in voor de nodige aanpassingen aan de elektriciteit.
- De huurder voorziet op zijn kosten om in het gebouw de nodige binnenschilderwerken te laten uitvoeren.
- De huurder voorziet op zijn kosten in een oplossing van het telefonieprobleem door de installatie van VOIP.
- Ter compensatie van de bovenvermelde kosten is door de huurder de eerste 19 maanden geen huurbedrag verschuldigd, zoals vermeld in artikel 5. Pas vanaf augustus 2022 is de huurder ertoe gehouden het huurbedrag te betalen.
§2. De huurder verwittigt de verhuurder wanneer er werken uitgevoerd zijn zoals voorzien zijn in §1. Indien nodig wordt er gezamenlijk een addendum opgemaakt dat toegevoegd zal worden aan de plaatsbeschrijving zoals voorzien in artikel 3.
Artikel 12 - Overdracht en onderverhuur
Het is de huurder verboden om zijn rechten op het gebruik of een gedeelte ervan over te dragen en evenmin het gebouw of een gedeelte ervan te onderverhuren, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring.
Artikel 13 – Beëindiging van de huurovereenkomst
De huurovereenkomst neemt van rechtswege een einde na faillissement, ontbinding/vereffening, stopzetting en gerechtelijke reorganisatie van de huurder.
Bij het verstrijken van het gebruiksrecht zal het in huur gegeven goed en de eigendom van de beplantingen en eventuele opgerichte constructies, vrij van nieuwe zakelijke rechten en om niet op de verhuurder overgaan.
De verhuurder beschikt tevens over het recht om het gebruik vroegtijdig te beëindigen in geval van het niet nakomen van de overeenkomst door de huurder.
Het gebruik kan steeds in onderling overleg worden beëindigd.
Artikel 14 - Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Het Belgisch recht is van toepassing op onderhavige overeenkomst.
In geval van betwisting in verband met de uitvoering of interpretatie van deze gebruiksrecht zijn de rechtbanken van het arrondissement waar het pand gelegen is uitsluitend en volledig bevoegd.
Artikel 15 - Registratie en kosten van de huurovereenkomst
De verhuurder zal deze huurovereenkomst laten registreren. De kosten daarvoor vallen ten laste van de verhuurder.
Bijlagen bij deze overeenkomst:
- Kadastrale informatie Boerenkrijglaan 51 B
- Grondplan aanduiding lokalen
- Gemeentelijk verhuurreglement polyvalente zalen
Opgemaakt te Olen op ... december 2020 in drie exemplaren, waarbij een kopie bestemd is voor de registratie, en elk van de partijen erkent een ondertekend exemplaar ontvangen te hebben.
Namens gemeente Olen |
|
|
|
|
|
Jan Verbist voorzitter gemeenteraad |
| Jeroen Peeters algemeen directeur |
Namens vzw KIKOEN |
|
|
|
|
|
Griet De Ceuster voorzitter |
| Bart Wuyts bestuurder |
Artikel 1
De gemeenteraad verklaart zich akkoord met het principe van de mandatering en de verklaring op eer.
Artikel 2
De gemeenteraad machtigt de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) om te onderhandelen over het algemeen protocol.
Artikel 3
De gemeenteraad machtigt de DPO van OVSG om het verplicht advies te verlenen.
Artikel 4
De gemeenteraad machtigt de algemeen directeur van OVSG om het protocol in naam en voor rekening van het schoolbestuur te ondertekenen.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de agenda van de algemene vergadering van de gemeentelijke vzw Keizer Karel Olen van 7 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Goedkeuring begroting 2021
2) Kasverslag en opvolging begroting 2020
3) Standpuntbepaling organisatie activiteiten in tijden van COVID-19
4) Stand van zaken activiteiten en nieuwe initiatieven
5) Uw voorstellen
6) Varia
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de begroting 2021.
Artikel 3
Kris Gebruers wordt gemandateerd om conform dit besluit te handelen en te beslissen op deze algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende verslagen van IKA:
- besluitenlijst raad van bestuur van 26 oktober 2020
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende verslagen van IOK:
- besluitenlijst raad van bestuur van 4 september 2020
- besluitenlijst raad van bestuur van 18 septemberr 2020
Artikel 3
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende verslagen van IOK-Afvalbeheer:
- besluitenlijst raad van bestuur van 4 september 2020
- besluitenlijst raad van bestuur van 18 september 2020
- besluitenlijst raad van bestuur van 2 oktober 2020
Artikel 4
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende verslagen van Iveka:
- besluitenlijst RBC Zuid van 22 september 2020
- besluitenlijst raad van bestuur van 20 oktober 2020
- halfjaarverslag van 2020
Artikel 5
De gemeenteraad neemt kennis van de volgende verslagen van Pidpa:
- besluitenlijst raad van bestuur van 23 oktober 2020
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda goed van de algemene vergadering van IKA van 18 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2021 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2021
2) Kapitaalverhoging aandelen 5f - vaststelling intekening en volstorting
3) Statutaire benoemingen
4) Statutaire mededelingen
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2021 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2021.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met de intekening en volstorting van de kapitaalverhoging aandelen 5f.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord met de statutaire benoemingen.
Artikel 5
Gert Dierckx of Michel De Maeyer als plaatsvervanger worden gemandateerd om op de algemene vergadering van IKA van 18 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Artikel 6
Dit besluit wordt overgemaakt aan Lieven Ex (lieven.ex@fluvius.be) van IKA.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda goed van de buitengewone algemene vergadering van IOK van 18 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Toetreding IOK in Welzijnszorg Kempen/ Statutenwijziging
2) Activiteitenplan 2021
3) Begroting 2021
4) Toetreding IOK in OFP Provant
5) Varia
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde statutenwijziging van IOK in verband met de toetreding van IOK in Welzijnszorg Kempen.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met het activiteitenplan 2021
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord met de begroting 2021 en de hierin vervatte werkingskosten voor de inhousedienstverlening van de dienstverlenende en kostendelende vereniging IOK.
Artikel 5
De gemeenteraad gaat akkoord met de toetreding van IOK tot OFP Provant.
Artikel 6
Lisette Boeckx of Gert Dierckx als vervanger worden gemandateerd om op de buitengewone algemene vergadering van IOK van 18 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Artikel 7
Dit besluit wordt overgemaakt aan Toon Otten (toon.otten@iok.be) van IOK.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda goed van de algemene vergadering van IOK Afvalbeheer van 18 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Activiteitenplan 2021
2) Begroting 2021
3) Toetreding IOK Afvalbeheer bij OFP Provant
4) Varia
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met het activiteitenplan 2021.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met de begroting 2021 en de hierin vervatte tarieven van de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord met de toetreding van IOK Afvalbeheer tot OFP Provant.
Artikel 5
Gert Dierckx of Lisette Boeckx als vervanger worden gemandateerd om op de algemene vergadering van IOK Afvalbeheer van 18 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Artikel 6
Dit besluit wordt overgemaakt aan Toon Otten (toon.otten@iok.be) van IOK Afvalbeheer.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda goed van de buitengewone algemene vergadering van Pidpa van 18 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Nazicht van de raadsbesluiten voor de afgevaardigden
2) Begroting 2021
3) Toetredingen
4) Benoemingen
5) Varia
a) Synergie Pidpa/water-link en samenwerking Pidpa/Aquafin - stand van zaken - toelichting
b) Vragen van vennoten
6) Goedkeuring van het verslag van de vergadering
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de strategieën en de te ontwikkelen activiteiten van Pidpa met betrekking tot het boekjaar 2021.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met de door de raad van bestuur van Pidpa voorgelegde begroting 2021 en het toelichtend verslag.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord met de toetreding van de gemeente Retie bij HodrlBA en de gemeente Westerlo bij HidroSan.
Artikel 5
De gemeenteraad gaat akkoord met de benoemingen.
Artikel 6
Michel De Maeyer of Gert Dierckx als vervanger worden gemandateerd om op de buitengewone algemene vergadering van Pidpa van 18 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Artikel 7
Dit besluit wordt overgemaakt aan directiesecretariaat@pidpa.be.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda goed van de algemene vergadering van Pontes van 17 december 2020, die de volgende agendapunten bevat:
1) Algemene vergadering: verslag 10 juni 2020 - goedkeuring
2) Beleid: beleidsnota 2021 - goedkeuring
3) Financiën: budget 2021 - goedkeuring
4) Varia en rondvraag
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met het verslag van de algemene vergadering van 10 juni 2020.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord met de beleidsnota voor het dienstjaar 2021.
Artikel 4
De gemeenteraad gaat akkoord met het budget voor het dienstjaar 2021.
Artikel 5
Jan Verhaert of Mario Verhaert als vervanger worden gemandateerd om op de algemene vergadering van Pontes van 17 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen conform dit besluit.
Artikel 6
Dit besluit wordt overgemaakt aan Chantal Lurkin (chantal.lurkin@pontes.be) van Pontes.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.