In de categorieën hieronder vind je alle reglementen en verordeningen die door de verschillende politieke organen van lokaal bestuur Olen beslist werden sinds 1 januari 2019 en die nog steeds gelden.

 

Aanwezigheden

 

Aanwezig

Jan Verbist, voorzitter

Seppe Bouquillon, burgemeester

Ellen Deswert, Elke Tweepenninckx, Sander Verboven, Kris Gebruers, Chris Bakelants, schepenen

Jan Verhaert, Riet Smits, Marc Verhulst, Lisette Boeckx, Mario Verhaert, Dag Pas, Annelies Horemans, Willy Maes, Jef Peeters, An Peeters, Mil Haemhouts, Gert Dierckx, Henk Vleugels, Marc Hannes, Christel Pluys, Koen Laenen, raadsleden

Jeroen Peeters, algemeen directeur

 

Motivering

 

Context en argumentatie

De vertegenwoordiging van het lokaal bestuur en de vakorganisaties bereikten een akkoord over de wijziging van de rechtspositieregeling. Dit resulteerde in protocol nr. G-2104-20211108.

 

Volgende wijzigingen aan de rechtspositieregeling worden voorgesteld:

 

Verhoging eindejaarstoelage

De VVSG, de vakbonden ACV-OD, ACOD, VSOA (met opmerkingen) en VVP (met opmerkingen) zijn in het Vlaamse comité C1 van 9 juni 2021 tot een sectoraal akkoord gekomen voor een koopkrachtverhoging van 1,1% voor het niet-VIA-personeel vanaf 2021. De loonsverhoging vindt plaats via de verhoging van de eindejaarstoelage.

 

De eindejaarstoelage bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag van 2,5%. Dat veranderlijk bedrag wordt met 1,1% opgetrokken en zal dus 3,6% van het jaarsalaris bedragen. Een deel van deze koopkrachtverhoging wordt met Vlaamse middelen gesubsidieerd. Er is een budget van 30 miljoen euro te verdelen, wat wellicht neerkomt op ongeveer 0,7% van de 1,1% verhoging.

 

Daarnaast wordt de plafonnering van de eindejaarstoelage tot een twaalfde van het jaarsalaris vanaf 2021 opgeheven. Dat heeft vooral gevolgen voor medewerkers met een laag salaris, van wie de eindejaarstoelage al (bijna) een volledige dertiende maand bedraagt.

 

Mantelzorgverlof

Mantelzorgverlof is één van de thematische federale verloven die het meest recent werd uitgerold. Statutaire medewerkers kunnen hiervan gebruik maken als het zo in de lokale rechtspositieregeling is opgenomen. Van deze toevoeging wordt gebruikt gemaakt om de modaliteiten voor het aanvragen van thematisch federaal verlof te updaten.

 

Uitbreiding geboorteverlof

Het geboorteverlof (= vroegere vaderschapsverlof) voor contractuele medewerkers werd uitgebreid tot 15 werkdagen vanaf 1 januari 2021 en tot 20 werkdagen vanaf 1 januari 2023 (wijziging van artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten). Voor de statutaire medewerkers werd door de Vlaamse Regering een principiële beslissing genomen over eenzelfde uitbreiding van het geboorteverlof.

 

Om deze wijzigingen te kunnen laten ingaan, moet de geldende rechtspositieregeling worden aangepast. De aanpassing van de rechtspositieregeling wordt ook aan de raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 1 december 2021 ter goedkeuring voorgelegd.

 

Beslissingsbevoegdheid

-          decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 186

 

Juridische basis

-          gemeenteraadsbesluit van 4 juli 2018 houdende goedkeuring wijziging rechtspositieregeling, zoals gewijzigd

-          sectoraal akkoord van 9 juni 2021

-          herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, meer bepaald artikels 100ter en 102ter over de onderbreking van de beroepsloopbaan

-          besluit van de Vlaamse Regering van 29 januari 2021 tot wijziging van artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007

 

Adviezen

-          protocol nr. G-2104-20211108

 

Beleid en financiën

 

Beleidsinformatie

De actie is nog niet opgenomen in het meerjarenplan en moet nog voorzien worden bij de volgende meerjarenplanwijziging.

 

 

Nr.

Omschrijving

Beleidsdoelstelling

9

Regulier beleid

Actieplan

9.2

Olen voert een aangepast en modern HR-beleid

Actie

9.2.5

Loon, vergoedingen en voordelen

 

Financiële informatie

De financiële weerslag van de beslissing past in het meerjarenplan als volgt voor de gemeente:

 

Jaar

Uitgaven

Inkomsten

Actie

Algemene rekening/beleidscode

2021

194.025,00 euro

 

9.2.5

62012000-62032000/0110-0111-0112-0130-0171-0200-0390-490-0600-0703-0739-0741-0742-0751-0869-011901-011902-011903-011904

 

De financiële weerslag van de beslissing past in het meerjarenplan als volgt voor het OCMW:

 

 

Jaar

Uitgaven

Inkomsten

Actie

Algemene rekening/beleidscode

2021

80.794,00 euro

 

9.2.5

62012000-62032000-62042000-62062000/0110-0111-0629-0869-0900-0903-0904-0909-0930-0943-0944-0947-0948-0950-0951-011901-011903-011905

 

Er is nog voldoende krediet beschikbaar.

 

Visum

Er is geen visum vereist.

 

Bijlagen

 

- 20211108 Werkdocument rechtspositieregeling van het gemeente- en OCMW-personeel

- Rechtspositieregeling van het gemeente- en OCMW-personeel

 

 

Stemming

 

Unaniem

 

Besluit

 

Artikel 1

In de rechtspositieregeling wordt artikel 205 als volgt gewijzigd:

 

Artikel 205

Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte.

 

Het forfaitaire gedeelte wordt als volgt berekend:

1)      het bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro

2)      vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het vorige jaar en de teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig

3)      het bedrag dat het resultaat is van de berekening in punt b), wordt verhoogd met 698,74 euro

4)      voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro

5)      voor het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro

 

Het veranderlijke gedeelte wordt als volgt berekend: 3,6% van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.

 

Artikel 2

In de rechtspositieregeling wordt artikel 274 als volgt gewijzigd:

 

Artikel 274

Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen.

 

1)    [...]

2)    bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer

voor een geboorte vanaf 1 januari 2021: 15 werkdagen

voor een geboorte vanaf 1 januari 2023:20 werkdagen

3) -11) [...]

 

Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen.

 

Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld onder 2).

 

De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°

-          ls de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de vijf resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.

-          ls de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een doorbetaling van het salaris en gedurende de tien resterende dagen recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%.

 

Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in 2), toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2 van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten.

 

Het omstandigheidsverlof schort het jaarlijks verlof op.

 

Artikel 3

In de rechtspositieregeling wordt artikel 293 als volgt gewijzigd:

 

Artikel 293 - Aanvraag

Het personeelslid vraagt het federaal thematisch verlof minimum drie maanden op voorhand aan de algemeen directeur aan voor alle motieven, met uitzondering van het palliatief motief, mantelzorgverlof en het motief medische bijstand. De algemeen directeur moet zijn aanvraag richten aan het college van burgemeester en schepenen.

 

De toekenning van het ouderschapsverlof kan met een maximum van zes maanden worden uitgesteld op verzoek van de dienst om gerechtvaardigde redenen in verband met de goede werking van de dienst. De toekenning van het verlof voor medische bijstand kan om diezelfde redenen uitgesteld worden met maximum 7 dagen. Een uitzondering is het verlof voor medische bijstand aan een minderjarig gehospitaliseerd kind: dan is er geen uitstel mogelijk.

 

De modaliteiten, zoals het bepalen van de vrije dag(en), worden overeengekomen met de directe leidinggevende.

 

Als de algemeen directeur zelf een beroep wil doen op thematisch verlof, beslist het college van burgemeester en schepenen.