In de categorieën hieronder vind je alle reglementen en verordeningen die door de verschillende politieke organen van lokaal bestuur Olen beslist werden sinds 1 januari 2019 en die nog steeds gelden.

 

Aanwezigheden

 

Aanwezig

Jan Verbist, voorzitter

Seppe Bouquillon, voorzitter vast bureau

Ellen Deswert, Elke Tweepenninckx, Sander Verboven, Kris Gebruers, Chris Bakelants, leden vast bureau

Jan Verhaert, Riet Smits, Marc Verhulst, Lisette Boeckx, Mario Verhaert, Dag Pas, Annelies Horemans, Jef Peeters, An Peeters, Mil Haemhouts, Gert Dierckx, Henk Vleugels, Marc Hannes, Christel Pluys, Koen Laenen, Bart Soontjens, raadsleden

Jeroen Peeters, algemeen directeur

 

Motivering

 

Context en argumentatie

De vertegenwoordiging van het lokaal bestuur en de vakorganisaties bereikten een akkoord over de wijziging van de rechtspositieregeling. Dit resulteerde in protocol nr. G-2305-20231122.

 

Volgende wijzigingen aan de rechtspositieregeling worden voorgesteld, naar aanleiding van de teamanalyse van Technische Dienstverlening en het advies van de werkgroep TD:

-          toevoegen van een strooidienstvergoeding

-          toevoegen van een vergoeding voor strooidienstcoördinatie

-          de keuzemogelijkheid bij verstoring voor ofwel een toelage ofwel inhaalrust (momenteel voorziet de rechtspositieregeling enkel een toelage)

 

Om deze wijzigingen te kunnen laten ingaan, moet de geldende rechtspositieregeling worden aangepast. De aanpassing van de rechtspositieregeling wordt ook aan de gemeenteraad in zitting van 6 december 2023 ter goedkeuring voorgelegd.

 

Beslissingsbevoegdheid

-          decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 78

 

Juridische basis

-          besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 3 juli 2018 houdende goedkeuring wijziging rechtspositieregeling, zoals gewijzigd

 

Adviezen

-          procotol van akkoord nr. G-2305-20231122

 

Bijlagen

 

- Rechtspositieregeling van het gemeente- en OCMW-personeel

 

 

Stemming

 

Unaniem

 

Besluit

 

Artikel 1

In de rechtspositieregeling worden artikels 241-1 en 241-2 als volgt toegevoegd:

 

Hoofdstuk XI. De strooidienst

 

Afdeling I. De strooidienstvergoeding

 

Artikel 241-1

De medewerker die ingepland staat om mogelijks uit te rijden voor strooidienst, ontvangt een strooidienstvergoeding, ongeacht of de medewerker uiteindelijk effectief moet uitrijden of niet.

 

Het bedrag van de strooidienstvergoeding bedraagt 2,40 euro per uur.

 

Deze bedragen zijn gekoppeld aan spilindex 138,01 en worden dus aangepast bij een overschrijding van de spilindex.

 

Artikel 241-2

De strooidienstvergoeding is cumuleerbaar met de regeling voor onregelmatige prestaties, met uitzondering van de verstoringstoelage.

 

Afdeling II. De vergoeding voor strooidienstcoördinatie

 

Artikel 241-3

De medewerker die ingepland staat als coördinator van de strooidienst, ontvangt een vergoeding voor strooidienstcoördinatie.

 

Het bedrag van de vergoeding voor strooidienstcoördinatie bedraagt 0,80 euro per uur.

 

Deze bedragen zijn gekoppeld aan spilindex 138,01 en worden dus aangepast bij een overschrijding van de spilindex.

 

Artikel 241-4

De vergoeding voor strooidienstcoördinatie is cumuleerbaar met de strooidienstvergoeding en met de regeling voor onregelmatige prestaties, met uitzondering van de verstoringstoelage.

 

 

Artikel 2

In de rechtspositieregeling wordt artikel 213 als volgt gewijzigd:

 

Artikel 213

Het personeelslid dat onvoorzien buiten zijn arbeidstijdregeling of permanentieplicht opgeroepen wordt voor een dringend werk ontvangt per oproep:

       Ofwel een verstoringstoelage.

       De verstoringstoelage bedraagt vier keer het uurloon.

       Als berekeningsbasis voor dit overloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatsvergoeding, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering of de toelage voor opdrachthouderschap.

       Ofwel vier uur inhaalrust.

De verstoringstoelage en de inhaalrust kunnen gecumuleerd worden met de toeslag voor onregelmatige prestaties, vermeld in artikel 209, en met de toeslag voor overuren vermeld in artikel 212.