In de categorieën hieronder vind je alle reglementen en verordeningen die door de verschillende politieke organen van lokaal bestuur Olen beslist werden sinds 1 januari 2019 en die nog steeds gelden.

 

Aanwezigheden

 

Aanwezig

Jan Verbist, voorzitter

Seppe Bouquillon, burgemeester

Ellen Deswert, Elke Tweepenninckx, Marc T'Syen, Kris Gebruers, Chris Bakelants, schepenen

Jan Verhaert, Riet Smits, Marc Verhulst, Lisette Boeckx, Mario Verhaert, Dag Pas, Annelies Horemans, Willy Maes, Jef Peeters, An Peeters, Mil Haemhouts, Michel De Maeyer, Sander Verboven, Steve Janssens, Gert Dierckx, Joeri Janssens, raadsleden

Jeroen Peeters, algemeen directeur

 

Motivering

 

Voorgeschiedenis

Wegens een fout tarief werd heden het gemeenteraadsbesluit van 4 december 2019 houdende goedkeuring van de belasting op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ingetrokken.

 

Context en argumentatie

Er moet bijgevolg een aangepast reglement voor de belasting op tweede verblijven goedgekeurd worden.

 

Dit reglement beoogt een belasting op tweede verblijven in Olen. Deze belasting heeft het karakter van een weeldebelasting op luxegoederen. Een tweede verblijf kan zowel een occasioneel gebruikte residentiële woning als een recreatief verblijf betreffen.

 

De eigenaars van tweede verblijven kunnen gebruik maken van de Olense faciliteiten en infrastructuur. Deze eigenaars betalen geen belasting op woonruimte. Daardoor is het aangewezen om een belasting te heffen op tweede verblijven.

 

Het verdient de voorkeur dat de eigenaar van het tweede verblijf wordt aangewezen als belastingsplichtige, om een gemakkelijke invordering van de belasting op tweede verblijven te verzekeren.

 

Tweede verblijven in woongebieden en vergelijkbare gebieden verhogen de druk op de residentiële woningmarkt. De gemeente wil het duurzaam residentieel wonen in de meeste geëigende gebieden te beschermen. Daartegenover wil de gemeente de tweede verblijven in ruimtelijk kwetsbare gebieden (in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) te ontraden. Daartoe worden in die gebieden hogere tarieven voorzien.

 

Rekening houdend met de mogelijke wisselwerking met de leegstandsheffing is het gepast om de basistarieven van de belasting op tweede verblijven voldoende hoog in te zetten.

 

Beslissingsbevoegdheid

-          decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zoals gewijzigd, artikel 40

 

Juridische basis

-          decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd

-          decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd

-          Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, zoals gewijzigd

-          decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, zoals gewijzigd

-          omzendbrief KB/ABB/2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit, zoals gewijzigd

 

Beleid en financiën

 

Beleidsinformatie

Dit is in het meerjarenplan als volgt voorzien:

 

 

Nr.

Omschrijving

Beleidsdoelstelling

9

Regulier beleid

Actieplan

9.7

Olen heeft een aangepast en modern financieel beleid

Actie

9.7.1

Belastingen en retributies

 

Financiële informatie

De financiële weerslag van de beslissing past in het meerjarenplan als volgt:

 

Jaar

Uitgaven

Inkomsten

Actie

Algemene rekening/beleidscode

2020-2025

 

17.000 euro

9.7.1

73770000/0020

 

Er is nog voldoende krediet beschikbaar.

 

Visum

Er is geen visum vereist.

 

Bijlagen

 

- Belasting op tweede verblijven

 

 

Stemming

 

Unaniem

 

Besluit

 

Artikel 1

De gemeenteraad keurt het belastingsreglement op tweede verblijven goed als volgt.

 

BELASTINGREGLEMENT OP TWEEDE VERBLIJVEN

 

Artikel 1

Ten behoeve van de gemeente wordt een belasting geheven op tweede verblijven.

 

Artikel 2

Als tweede verblijf wordt beschouwd elke constructie met woon- of verblijfsgelegenheid maar waarvoor niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente voor het hoofdverblijf en die gebruikt wordt voor occasionele residentiële bewoning of als recreatief (vakantie)verblijf en dit ongeacht de toestand van de constructie, de aan- of afwezigheid van om het even welke nutsvoorzieningen, of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuisjes, optrekjes, chalets en andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, of de constructie al dan niet is ingeschreven in de kadastrale legger.

 

Volgende zaken vallen niet onder toepassing van dit reglement:

-          lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen

-          tenten en verplaatsbare caravans, tenzij deze minstens zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven

-          toeristische logies die aangemeld zijn bij Toerisme Vlaanderen

-          woningen die opgenomen zijn op de gewestelijke inventaris van ongeschikte/onbewoonbare woningen

 

Artikel 3

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van het tweede verblijf.

 

Artikel 4

De belasting wordt vastgesteld op:

 

Voor het aanslagjaar 2020

-          800 euro per jaar per tweede verblijf in woongebied en in ruimtelijk kwetsbare gebieden

-          500 euro per jaar per tweede verblijf in de overige gebieden

Vanaf het aanslagjaar 2021

-          1.300 euro per jaar per tweede verblijf in woongebied en in ruimtelijk kwetsbare gebieden

-          500 euro per jaar per tweede verblijf in de overige gebieden

 

Artikel 5

De eigendomstoestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingschuld. De belasting is ondeelbaar en voor het ganse aanslagjaar verschuldigd door de eigenaar.

 

In het geval van volledige sloop van het tweede verblijf, wordt het belastingtarief, zoals vermeld in artikel 4, op vraag van de belastingplichtige pro rata berekend.

 

De eigenaar dient zelf de bewijsstukken te bezorgen van afbraak van de constructie.

 

Artikel 6

De belastingplichtigen moeten uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat zij in de gemeente bezitten door middel van het modelformulier dat door het gemeentebestuur wordt toegestuurd, of te verkrijgen is bij het gemeentebestuur wanneer geen formulier werd toegestuurd.

 

De aangifte blijft geldig zolang deze niet wordt herroepen door de belastingplichtige, tot maximaal de eindtermijn van dit reglement.

 

Artikel 7

Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 6 vastgestelde termijn, of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve belast worden volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

 

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

 

Artikel 8

De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.

 

Artikel 9

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10

De bedragen worden door de financieel directeur ingevorderd.

 

Artikel 11

De belastingplichtigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

 

Artikel 12

De belasting is betaalbaar binnen twee maanden, te rekenen na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 13

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 2

Dit belastingreglement geldt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.